Energiek, communicatief, veeleisend. Dat was Francine Pairon tot haar laatste snik. Ze richtte in 1986 de modeafdeling van La Cambre in Brussel op en inspireerde er designers in spe als Olivier Theyskens, Sami Tillouche en Cédric Charlier. Ze werd 74.
‘Je groeit met elk decennium. Aan 20 jaar besef je al dat het leven niet evident is, aan 40 ben je ervan overtuigd dat je er niks van terecht gebracht hebt, maar aan 60 laat je alles veel meer los. Er is dan geen enkel taboe meer. En 70 is nog beter.’ Francine (Franc’ voor de vrienden) Pairon zei het allemaal in mei vorig jaar met een kwinkslag, in de podcast ‘Jeunes Vieux Cons’. Ze liet er ook vallen dat ze altijd het beste wou voor haar studenten. ‘Ook al zitten er soms tussen die heel lui zijn. Vaak zijn dat de meest getalenteerde.’
Francine Pairon haalde een baccalaureaat in de kunstgeschiedenis en trok op jonge leeftijd als au pair naar Washington DC. Ze werd er geconfronteerd met wat ze zelf ‘la pensée des autres’ noemde. Andere ideeën dus. Terug thuis besliste ze opnieuw te gaan studeren, ze behaalde haar diploma van interieurarchitecte, trouwde en kreeg twee kinderen. Maar de mode riep: ze doceerde een tijdlang modeontwerp aan de École Supérieure des Arts in Bergen. Toen ze in 1986 kans kreeg in Brussel een modeopleiding op te starten aan de École Nationale Supérieure des Arts Visuels (ENSAV) beter bekend als La Cambre, twijfelde ze geen seconde. Ze ontwikkelde een curriculum van vijf jaar. Wat begon met een handvol studenten, evolueerde naar een volwaardige opleiding die ook talloze Franse en zelfs Vlaamse studenten wist te triggeren. Eind jaren 90 ruilde Pairon La Cambre-Mode[s] (haar naamswijziging trouwens, red) voor het Institut Français de la Mode (IFM) in Parijs, waar ze tussen 1999 en 2012 de modeafdeling runde – ze kreeg dat jaar zelfs de Chevalier des Arts et des Lettres uit handen van Didier Grumbach, de toenmalige president van de Chambre Syndicale de la couture Française.
Diverse generaties modeontwerpers werden door haar opgeleid en getraind. Van tricot-designer Sami Tillouche en Laetitia Crahay (die jarenlang accessoires ontwierp voor Chanel) tot Olivier Theyskens (Rochas, Nina Ricci) en Cédric Charlier (Cacharel). 'Ik ben altijd een groot supporter geweest van jonge getalenteerde mensen’, zo wist Pairon, ‘Ik probeer synergiën op te zetten tussen designers en fabrikanten en wil nieuwe ideeën promoten en mogelijk maken.’ Zo was ze een fel voorstander om de industrie binnen te halen in de school, waardoor makkelijker prototypes gemaakt konden worden. Ze liet haar studenten ook meedingen naar internationale modeprijzen – waardoor net afgestudeerden van La Cambre Mode[s] heel vaak de toonaangevende Hyères-awards mee naar huis namen.
‘Haar energie was haar grootste kwaliteit’, zegt modeontwerpster Annemie Verbeke, die jarenlang aan de afdeling doceerde en tot voor kort nog contact had met Pairon. ‘Ze werkte met hart en ziel met haar studenten en hanteerde een beeldende taal, zelfs als het ging om de mankementen van een ontwerp aan te duiden. Haar lat lag hoog, maar ze wist haar studenten met enkele woorden opnieuw aan het werk te zetten.’ Ook al leek dat soms onbegonnen werk. Zo van: op vrijdag je studenten laten weten dat je dertig nieuwe kledingstukken op papier wil zien. Deadline: maandag. Ook dat was Francine Pairon. Een bekend zinnetje van haar was ‘Creatie komt vaak na disruptie. En slapen is voor later.’
Ze herhaalde het vaak: het werken met jonge mensen hield haar jong. Zelf nadat ze teruggekeerd was naar Brussel, bleef ze uitkijken naar nieuwe projecten, gelinkt aan mode, design en vooral die eeuwige zoektocht naar talent. Zo mocht ze designprogramma’s opstarten in Vietnam en Thailand en had ze een link met de befaamde modeafdeling van Central St Martin's School in London.
In november van vorig jaar kreeg Pairon slecht nieuws van de dokter. Afgelopen zondag overleed ze. Ze werd 74.