Copyright Branquinho

The look and feel of Veronique Branquinho

Veronique Branquinho Collection Winter 2005. Copyright Alex Salinas
Veronique Branquinho Collection Winter 2005. Copyright Alex Salinas

Veronique Branquinho kan prat gaan op een heel duidelijk dna waarin traditie, poëzie, ingetogen vrouwelijkheid en innerlijke kracht hand in hand gaan. Nog voor ze even uit het vak stapte (om nadien opnieuw te beginnen) sprak ik haar over de vijf momenten die heel beslissend waren in haar leven.

Naar de academie

“Ik was als kind al op zoek naar een manier om me uit te drukken. Ik volgde moderne talen in de humaniora, maar klopte er mijn uren tot ik naar de avondles tekenen mocht. Ik volgde ook ballet, nog zo’n uitlaatklep. Toch bleef ik op mijn honger zitten. Mijn ouders steunden me wel om expressief te zijn, maar de stap van kunst als hobby naar kunst als volwaardige richting was groot. Zelf hadden zij er geen voeling mee, maar ze stimuleerden me wel omdat ze wisten dat ik er wél iets mee had. Ik heb moeten knokken om er te komen, maar toen ik Sint-Lucas in Brussel binnen kwam, voelde ik me meteen thuis. Ik was zestien, en alle registers werden opengetrokken. Mijn wereld ging open. Ik werd er geconfronteerd met de vrijheid waarmee sommigen in het leven stonden. De waaier aan mogelijkheden verraste me. Muziek, film, schilderkunst, het was er allemaal. Dat ik mode zou gaan studeren, wist ik al toen ik naar de kunsthumaniora trok. Ik wou gewoon goed voorbereid zijn. De modeafdeling zelf heb ik ervaren als een erg fijne tijd. Ik wou alles meemaken: zowel op de academie als erbuiten. Voor de eerste keer op kot. Voor de eerste keer fulltime met mode bezig. Met lesgevers als Walter Van Beirendonck en Linda Loppa  klikte het meteen, zij hebben me ook ontzettend gestimuleerd. Die vier jaar stonden in het teken van de creativiteit. Zoiets vergeet je nooit.”

 

branquinho winter 04-05 by Alex Salinas.jpg

Veronique Branquinho Winter 04-05 Copyright Alex Salinas

 

De eerste collectie, zomer 1998

“Ik had een paar commerciële jobs achter de rug die me niet meteen gelukkig maakten. Per toeval leerde ik Marc Gysemans kennen. Een Belgisch fabrikant die ook geloofde in Belgische ontwerpers. Hij wou wel een collectie met me maken, maar ik wou carte blanche. Hij wou naar de modebeurs in Parijs, ik zei: het wordt een galerie. Ik wist dat het anders kon. Ik wist ook hoe Raf (Simons, haar toenmalige vriend) het had gedaan. Raf stimuleerde me bovendien om mijn eigen ding te doen, dus ging ik op zoek naar een galerie in Parijs, en vond die ook. Ik had nauwelijks twintig verschillende ontwerpen mee, hoop en al twee rekjes vol kleren. Maar ze stonden haaks op de ‘heroin chic’ die toen in de mode was. Mijn beeld was niet agressief, er stak een frêle vrouwelijkheid in, iets mysterieus ook, minder cru, warmer, menselijker. Twee meisjes die ik van straat geplukt had, showden de kleren. En de buyers die de weg naar de galerie vonden, wilden één voor één de collectie aankopen. We werden gewoon overdonderd. Ik had gehoopt op drie tot vijf klanten, het werden er 25. Iedereen schreef op de duur bestelbonnen. Tot op de grond toe, want we hadden slechts twee tafels en enkele stoelen. Zelfs Raf heeft toen mee verkocht. We zijn die week vroeger moeten stoppen omdat we dachten dat de productie het niet zou halen. (denkt na) Gek hoe iedereen nog steeds naar die collectie verwijst als naar de witte collectie. Er stak ook zwart in, maar niemand die dat nog weet. Allicht had dat met het beeld te maken van die rennende meisjes door het bos. Die meisjes hadden witte silhouetten aan. Het beeld spreekt boekdelen: waar lopen ze naartoe? Zijn ze op de vlucht? Het bos is tegelijk rustgevend maar ook angstaanjagend. Die dualiteit zit nog steeds in mijn werk.”        

branquinho by Alex Salinas winter 07-08_0.jpg

Veronique Branquinho Winter 07-08. Copyright Alex Salinas

 

De eerste show, voor winter 1998, en een eerste prijs

“Toen we die eerste keer naar Parijs trokken, had ik niet eens een eigen firma. Die is pas na Parijs opgericht. De reacties waren die eerste keer zo goed, dat de klanten en journalisten niet eens peilden naar een defilé, maar gewoon vroegen waar hij de volgende keer plaats zou vinden. We zaten in de mallemolen en moesten mee. Kuki de Salvertes kwam naar me toe met de vraag mijn persrelaties te doen in Parijs. Ik had slechts één bekommernis: zal daar volk zijn op die show? De realiteit was dat er zoveel volk stond dat er rellen waren aan de dranghekken en dat er uiteindelijk talloze mensen niet binnen geraakt zijn. Van de show herinner ik me vooral dat ik weinig silhouetten had en dat bepaalde ensembles twee keer getoond werden, omdat we er niet meer hadden. De meisjes hadden zwart gemaakte tanden en monden. Ik vond dat mooi. Er zaten ook lange lederen plooirokken in de collectie. De reacties waren overweldigend. Ik wou dramatiek neerzetten. Een reactie tegen het gemak waarmee een mens vandaag zijn jeans aantrekt. Ik wou lang en meeslepend, maar ook nonchalant. (stilletjes) Een paar dagen na de show reed ik met mijn bestelwagen vol kleren terug naar huis. Ik kreeg telefoon. Iemand uit Amerika. Of ik ’s anderendaags naar New York wou komen. De VH1 Awards, onder meer die voor beste nieuwkomer in de mode, werden  uitgereikt. Ik zei: onmogelijk. Ik had trouwens geen geld voor een ticket. Aan de andere kant van de lijn was er geen doen aan. ‘Ja maar, je moet komen, want jij hebt die prijs gewonnen.’ Ik ben dus gegaan. Ik werd afgehaald met een limousine en werd naar een chique hotel gebracht. Die avond moest ik het podium van Madison Square Garden op. Zonder repetitie. Met in de zaal 3000 man. Ik kreeg de prijs uit handen van Jennifer Lopez. Wist ik veel wie dat was. Enfin, ik moest iets zeggen en heb dat toen ook gedaan, maar vraag me niet wat ik heb gezegd. Ik weet alleen nog dat ik verdwaasd door de backstage liep. Ik kwam Madonna tegen, Smashing Pumpkins, Johny Rotten. Niemand minder dan Marc Jacobs kwam toen naar me toe, en zei me hoe goed hij me vond. Ik was te verbouwereerd om hem een compliment terug te geven.”

 

BED NuitBlanche.jpg

Bed Nuit Blanche for Magnitude by Veronique Branquinho

De eerste vragen. De eerste keuzes

“In het begin zit je in een soort roes. Het gaat allemaal haast probleemloos. Na een tijdje voel je de adders onder het gras. Er komen veel dingen op je af. Je moet een juiste balans vinden. Wil ik snel groeien? Traag? Wat wil ik eigenlijk? Ik wist dat ik de vrijheid wou om zelf die keuzes te maken. Ik wou dus traag maar gestaag groeien. Daar staat tegenover dat je niet voor iedereen kleren kan maken. Dat besef komt maar na een tijdje. Je wikt en je weegt voortdurend. Neem nu mijn brillenlicentie. Het interesseerde me om een bril uit te brengen. Maar hoe doe je dat? Het komt erop neer met de juiste partner in zee te gaan. Nu hebben we al enkele brillencollecties uit, maar het allereerste ontwerp is nog steeds het best lopende ontwerp. Het zelfde geldt voor een parfum. Het zou makkelijk zijn om om het even welke geur van het schap te halen en te zeggen: zet daar maar mijn naam op. Ik wil dat natuurlijk niet. Ik wil een geur die bij me past. Die bij alles hier in het bedrijf past. Dus begin ik er voorlopig niet aan. Maar ik blijf wel uitkijken. Er komt veel op me af, maar soms zit er ook een interessant voorstel tussen. (denkt na) De modewereld is de laatste vijf, zes jaar immens veranderd. Vroeger had je nog veel zelfstandige ontwerpers die heel eigenzinnig hun weg gingen. Vandaag wordt de business gerund door luxegroepen die uitpakken met marketingstrategieën waarmee ze jonge ontwerpers omver blazen. Zij krijgen in de pers ontzettend veel aandacht, iets wat vroeger ondenkbaar was. Hun structuur, hun budgetten, hun logo’s… in niets zijn ze met zelfstandige ontwerpers te vergelijken. Het is heel belangrijk te beseffen dat je daar niet tegen op kan. We kunnen alleen doen alsof. Dus heb ik beslist: ik ben het alternatief. Ik wil niet afhankelijk zijn van een grote groep. Bedenk maar even hoe belangrijk ontwerpers als Helmut Lang en Jil Sander in de jaren negentig waren? De grote vraag is: hebben zij er wel aan toegegeven? Of waren ze de strijd moe? Weet je, in het begin ben ik ook gevraagd door een groot luxehuis. Ze wilden me als ontwerper voor Givenchy. Ik vond dat ik op dat moment te weinig basis had in mijn eigen verhaal, en heb dus geweigerd. Had ik dat niet gedaan, dan zou mijn carrière heel anders gelopen zijn. Allicht zaten we hier toen niet. Maar geloof me, ik heb geen spijt van mijn keuze. Ik heb gekozen voor mijn eigen lijn. Ik kan vandaag ook in de spiegel kijken en zeggen dat het goed is.”

branquinho winter 00-01 by Annick Geenen.jpg

Veronique Branquinho winter 2000-201. Copyright Annick Geenen

 

Het groepsportret voor de Amerikaanse Vogue. Ergens in 2000

“Weer een telefoon uit Amerika. Weer naar New York, dit keer voor een shoot met Steven Meisel. Weer die verbazing. Anna Wintour wou een groepsportret met wat ze ‘the new guard’ noemde. Nieuwe designers die het zouden gaan maken. Ik was in ongelooflijk gezelschap. Hussein Chalayan zat er, net als Nicholas Ghesquière, Junya Watanabe, Hedi Slimane, Victor & Rolf en Olivier Theyskens. Veel van die mensen waren al grote namen toen ik nog op de academie zat. Ik voelde de discrepantie van dat moment aan den lijve. Nadien was er een etentje ten huize Anna Wintour. Alleen al aan mijn tafel zaten kunstenaars als Elisabeth Peyton en Matthew Barney. En dan heb ik het niet eens over de rest van het gezelschap. Enfin, die reis heeft me opnieuw voor de keuze gezet. Doe ik verder op mijn manier, of ga ik in op eventuele voorstellen die hieruit voortvloeien? Iemand als Ghesquière is nadien met Balenciaga in New York gaan showen. Er zijn nadien veel goeie contacten geweest, maar ik heb toch beslist van te focussen op mijn eigen werk. En hier te blijven.”

V_BranquinhoFW13_13[1].jpg

Veronique Branquinho fw2013

strepen veronique branquinho.jpg

Veronique Branquinho

 

De expo in het MoMu, voorjaar 2008

“In de mode moet je altijd maar vooruitkijken. Je bent steeds met morgen bezig. Voor zowel het A Magazine als voor de expo in het MoMu ben ik verplicht geweest net het tegenovergestelde te doen: ik moest teruggaan in de tijd. Graven in de archieven. Graven naar de essentie. Het resultaat is dat je je universum wil neerzetten en de bezoeker wil meenemen door je leefwereld. Het houdt niet op bij één sfeer of één gemoedstoestand. Het zijn er diverse, en die wil je allemaal meegeven. De expo wordt dus niet één open ruimte maar diverse ruimtes waar je als kijker, als voeler, door moet. Weet je, het stoort me geweldig als ik in artikels lees dat journalisten me nog steeds vastpinnen op Laura Palmer en Twin Peaks, dat zijn sferen van achttien collecties geleden. Alsof ik sindsdien niks meer gedaan heb. Of ze pinnen me vast op de gouvernanteblouse. Heel vervelend vind ik dat. Misschien moet ik om al die redenen maar eens tabula rasa maken met al de referenties uit het verleden en moet mijn volgende show (eind febr, red) maar eens helemaal anders zijn. (denk na)  De voorbije maanden ben ik heel diep gegaan. Ik ontken niet dat er zeer moeilijke momenten geweest zijn. De zwakke dollar heeft ons serieus de das om gedaan. In de VS, maar ook in Japan, waar het gros van onze omzet zit. We zijn een nieuwe weg ingeslagen met als resultaat dat een deel van mijn team is opgestapt. Ikzelf heb heel even gedacht: is de prijs die ik betaal niet te hoog? Maar ik ben doorgegaan. Ik heb het tij kunnen keren. Ik heb een nieuw team rond me, en het voelt als een nieuwe start. Noem het een nieuw hoofdstuk waaraan ik begonnen ben. Ik weet nu ook dat ik in de eerste plaats een ontwerper ben, geen zakenvrouw, al weet ik dat het erbij hoort. Mijn kleren moeten verkopen, maar ik laat dat best aan anderen over. Geef mij maar de ruimte om te creëren.”

COV_BRA_W_SS06.jpg

Veronique Branquinho ss2001. Copyright Alex Salinas