Sonia Rykiel is niet meer. Ze kampte al meer dan vijftien jaar met de ziekte van Parkinson en overleed gisteravond op 86-jarige leeftijd. Rykiel ademde Parijs. Ze werd een icoon voor heel wat collega's en gaat de modegeschiedenis in als vrijgevochten vrouw die nooit alleen maar met mode bezig was. Akkoord: Rykiel keerde naden binnenste buiten nog voor Gaultier en Margiela dat deden, ze eiste ook van haar modellen dat ze glimlachend (en vaak bulderend van plezier) de catwalk opliepen, ze schreef boeken en hield van goeie gesprekken. Ik had de eer en het genoegen haar een paar keer vragen te mogen stellen. Het werd telkens een boeiend gesprek. Zoals die keer, toen ik haar woorden voorschotelde. Omdat ik niet wilde dat ze nog maar eens het verhaal van die eerste trui moest doen.
Even terug in de tijd. Ik denk: begin van de jaren 2000.
Allure. “Een manier van zijn. Van tonen wie je echt bent. Ook al draag je de mooiste kleren, je kan allure missen. Allure is iets wat je met de jaren verwerft. Als een sculptuur rond je persoon. Denk maar aan de legendarische Diana Vreeland (ooit modedoyenne van Vogue, red). Ze was enorm lelijk, maar ze speelde met die lelijkheid. En wat een allure!”
Boeken. “Ze maken deel uit van mijn leven. Ik schreef al boeken voor ik kleren maakte. Ik heb een roman geschreven (‘Les Lèvres Rouges’, Editions Grasset, red), maar misschien was dat niet mijn beste verhaal. Ik hou het liever op ‘scènes de vie’, ware verhalen, uit het leven gegrepen. Leugens misschien, maar ook dat is het leven. Boeken schrijven is wat mij betreft niet anders dan collecties tekenen. Ik doe het allemaal in dat zelfde leven. Net zoals ik met de kinderen bezig ben, of ’s avonds eten klaar maak.”
Comfort. “Een woord dat ik graag op mijn kleren plak. Of op geld. Want geld zorgt ook voor comfort.”
Crisis. “Ho maar, die crisis is er al lang. En hij belet ons om te leven. Een economische crisis, een ecologische crisis, een menselijke crisis… en niemand weet waar het naartoe gaat. Alles lijkt in duigen te vallen. Soms lijkt de wereld één surrealistische bedoening. En dat alles blokkeert me. Een ontwerper laat alles op zich afkomen. Ik zeker. Ik moet het nieuws in de krant of op televisie gezien hebben. En ik krijg al dat negatiefs met bakken over me heen.”
Dromen. “Dromen doen me denken aan slapen. En ik slaap veel te weinig. Terwijl ik dat zo graag zou willen. Ik sta altijd vroeg op. En ik ga veel te laat slapen, omdat ik tv kijk, naar theater ga, boeken lees. Niet dat ik een mondain leven leid. Helemaal niet zelfs. Dat interesseert me niet. Een tijdlang heb ik geprobeerd naar buiten toe de privé-persoon en de ontwerpster Sonia Rykiel van elkaar te scheiden. Maar dat lukt niet. Hier zit ze, Sonia Rykiel. Een vrouw die ontwerpt, die eet en drinkt, vrijt, boeken schrijft, en kinderen heeft.”
Esthetica. “Echte schoonheid bestaat niet. Echte schoonheid is dom. Ik weet dat ik vaak gezegd heb dat ik niet hou van perfectie, dat ik baal van natuurlijkheid, en ik weet ook waarom ik dat telkens weer herhaal. Wat is dat, naturel? Dat kan zo vervelend zijn als de regen. En wat is perfectie? Hoe stapt zo’n perfecte vrouw ’s morgens uit haar bed? En wat zegt ze?”
Feminisme. “Ik ben het feminisme altijd goed gezind geweest, maar ik heb nooit mee op de barricades gestaan. Ik vind dat we momenteel alles in vraag stellen. Zijn we vrouwen? Of superwomen? En wie willen we zijn? Als gelijkheid feminisme is, dan ben ik liever geen feministe.”
Genie. “Er zijn wat ik noem geniale momenten in een mensenleven. Iets waarbij je wereld heel even tilt slaat. Je doet iets en het is geniaal, en het wordt ook als geniaal ervaren. Of net niet.”
Haute Couture. “Dat is nu net wat mijn mode niet is. Ik heb me nooit aan haute couture gewaagd, en ik zal dat ook niet doen. Ik zou geen vijftien dagen aan één jurk kunnen werken. Ik zou geen duizend parels op een jasje kunnen zetten. Daar zou ik me echt niet mee bezig kunnen houden. Bij mij moet het gewoon veel sneller gaan. Ik ben zelf geen couturemens, eerder een cultuurmens.”
Ideeën. “Op den duur is het pure mechaniek. Ze komen. En als je er veel hebt, blijven ze komen. Het is als met vrijen. Hoe meer je het doet, hoe meer zin je er in krijgt. Of eten: hoe meer je eet, hoe meer goesting in eten je hebt. Ik ga graag met vakantie om ideeën op te doen, ik vertrek met al mijn boeken, met mijn potloden, met mijn gezin… naar de zee, naar een leuk hotel in de bergen. En daar doe ik wat ik graag doe. Maar eigenlijk zie ik mezelf als een musicus. Ik hoef niet met vakantie. Dit werk is mijn leven. Ik werk dus altijd. Maar zo voelt het niet aan.”
Jong blijven. “Ik ben als de dood voor ouder worden. Dat ervaar ik als iets heel moeilijks. Ik vind het zelfs onverdraaglijk. Het feit dat ik me minder krachtig voel. Dat ik mijn kleinkinderen niet meer zo makkelijk kan opheffen. Dat ik sneller moe word. En inderdaad, momenteel heerst die fascinatie voor jong en jong blijven. Mannen die ouder worden, bestempelt men als interessant. Maar vrouwen die rimpels krijgen, nee maar.”
Luxe. “Luxe is gezondheid. Luxe is plezier maken. Luxe is warmte. Luxe is geen geld, maar dat laatste moet je wel hebben om de zekerheid te hebben dat je kan doen wat je wil. Zo ervaar ik toch rijkdom. Je mag het niet missen. Luxe is wat mij betreft ook nog meer wetenschappelijk onderzoek. Epidemieën kunnen uitroeien. Dat zou pas echte luxe zijn.”
Man. “Ha, ik kan niet zonder. Ik heb nood aan een man. Hij is een deel van mijn leven. Ik geniet ook van seks. Zou ook niet zonder kunnen. Het is sensualiteit en verleiding. Het is plezier maken. Eerlijk gezegd vind ik veel dingen best sexy. Die dildo’s in mijn nieuwe boetiek maken ook deel uit van het leven. Weet je, ik denk dat je als vrouw in je leven verschillende periodes meemaakt. Net zoals Picasso zijn blauwe en zoveel andere periodes had, zo hebben wij een periode waar seks centraal staat, of onze ziel, of het cocoonen met de familie. Ik zou evenmin zonder mijn familie kunnen.”
Nathalie. (haar dochter) “Zij is een mirakel. Zij is het leven. Ik heb haar nooit achtergelaten sinds zij geboren is. Zij is dus altijd belangrijk geweest. Zij weet ook alles van me. Zij gaat met mij vooruit in het leven. Samenwerken is nooit een probleem geweest, want wij zijn perfect complementair. En pas op: zij heeft ook haar privé-leven. Een man en kinderen.”
Overleven. “Mode zonder marketing bestaat vandaag niet meer. Mode moet nu een concept zijn. Mode moet meer zijn dan kleren. Als ontwerpster denk ik gelukkig niet alleen aan het creatiemoment. Ik heb wel 500 mensen die afhankelijk van mij zijn, en dat besef ik zeer goed. Daarom moet ik geregeld keuzes maken. Proberen intelligent te zijn, en heel eigenwijs, precies op mijn manier. En dat is niet altijd even simpel.”
Podium. “Een star? Wie, ik? Weet je, ik heb als kind met dat ros haar van me altijd gedacht dat iedereen naar me keek, waar ik ook kwam. Ik werd aangestaard. En ik ben dat dus gewoon van op prille leeftijd. Waarom kijken ze? Omdat ik ros ben, lelijk, of misschien wel mooi. Zou ik het erg vinden indien ze niet meer keken? Misschien wel. Maar ze kijken al van toen ik twee was.”
Revolutie. “Misschien moet je wel evolueren via revolte. Maar noem het evolutie, geen revolutie. Er zijn wel revoluties geweest in de mode. Het afgooien van het korset, de mini, de New Look van Dior. Maar zijn die dingen echt interessant?”
Spleen. “Heel interessant. Een ontwerper doet niks anders dan zich afvragen of ie wel goed bezig is. Twijfel is daarbij een constante. Spleen is in elk geval een deel van mijn leven. Niet meer weten waar je bent.”
Talent. “Je hebt talent nodig om resultaat te boeken. Maar om het echt te maken in het leven heb je nog veel meer nodig: werkkracht, zin in verandering, zin voor kwaliteit. Talent is helemaal geen reden om er te komen. Je moet ook veel geluk hebben. Ik heb dat ook gehad. Het geluk dat mijn man kleren verkocht. Anders was ik misschien schilder geworden. Of schrijfster.”
Verleden. “Je hebt het verleden en de memorie aan toen nodig om te leven. Maar misschien is onze kijk op dat verleden niet juist. Het kan een manier van leven zijn. Altijd maar vluchten in dat verleden. Zelf denk ik veel aan toen. Maar het is wat het is. En ik leef nu. De toekomst? Hoe kan je nu over toekomst praten? Voor mij gaat de toekomst niet verder dan morgen. Als we het puur over mode hebben, dan zie ik dat er een terugkeer is naar natuurlijke materialen. Zuivere wol en zijde zijn nooit zo populair geweest als nu. Terwijl iedereen de mond vol heeft van nieuwe, technische materialen. Dat werkt dus niet, hé.”
Waarheid. “De waarheid interesseert me niet. Dat brengt een mens niets bij. Ca sert à rien. In mijn werk toch niet. Ontwerpen is verhullen, liegen, verhalen vertellen. Maar de waarheid in het leven, dat is een ander verhaal.”
Zakendoen. “Eigenlijk ben ik ook altijd in de zakelijke kant geïnteresseerd geweest. Ik ben niet het type geweest dat in de zogenaamde ivoren toren zat te ontwerpen. Ik weet wat er in de wereld gebeurt. En hoe het met mijn zaken gaat. Goed, mocht u dat willen weten.”
RIP Sonia. We will miss you.