Bye Bye Eddy Wally

The first real exhibition about Eddy Wally's wardrobe took place in Hasselt's ModeMuseum
The first real exhibition about Eddy Wally's wardrobe took place in Hasselt's ModeMuseum

You may never have heard about Eddy Wally, let alone heard him sing, but in Belgium the Liberace-style crooner is a hero to some, and a joke to others. Wherever Eddy came, there were fans and people who considered him a laughing stock. Last week, Mr Wally died, and I immediately thought: let me check if I still find the interview I did with him end of the 1990s, when his wardrobe was the centerpiece of attention at Hasselt's ModeMuseum. Here's the story - alas in Dutch...

Veertig jaar al zingt Eddy Wally liedjes voor een enthousiast publiek in Las Vegas, Shanghai, Leuven en Ertvelde. Bij elk optreden horen meerdere outfits. Van opzichtige country-smokings tot megalomane Elvis-capes. Een deel van deze ster-garderobe hangt nu te kijk in Hasselt. Een reportage.

 

Eddy05.jpg

Eddy Wally at the top of his career

 

Stilletjes zit hij er voor zich uit te kijken, de man die in ons land geboekstaafd staat als The Voice of Europe en wereldwijd wel zijn schare fans heeft. Op tafel staat koffie, maar mijn aandacht gaat vooral naar de ettelijke fanboeken die zijn leven en werk schetsen in tientallen foto’s en tekstjes. Eddy tussen de jackpots van Las Vegas, Eddy bij de cowboys van de Far West, Eddy bij de Chinezen in Shanghai, Eddy op de markt ergens in Vlaanderen. Over zijn tijd als marktkramer wil hij liever niks meer kwijt, maar, waaw, als ie over die andere carrière begint... “Meer dan duizend liedjes heb ik in mijn leven opgenomen. Ik zing in het Nederlands, het Frans, het Duits, het Engels, zelfs in het Russisch en Chinees. Een echte cameleon.” En voor ik het goed en wel besef, steekt hij van wal met een versie van ‘Chérie’ die hij ooit meermaals ten tonele voerde in het circus van Shanghai. Het klinkt me als Chinees in de oren, maar wat vooral opvalt, is dat de man die zonet nog rustig van zijn koffie dronk, zich intussen heeft ontpopt tot een artiest die met een wijd gebaar de ingebeelde massa en flitsende spots toezingt. En zo zal het ook tijdens de rest van het interview gaan. Eddy Wally zegt het niet graag, hij zingt het veel liever.

 

 

“Stikkapot was ik, toen ik voor het eerst bij Eddy Wally thuis was geweest”, vertelt Colette Coenegrachts, conservator van het Hasseltse Modemuseum. “Ik kreeg er de vele kamers te zien, vol kleren die netjes naast elkaar waren opgehangen. Kraaknet, alsof ze nooit waren gebruikt. Dat waren ze natuurlijk wel, maar Eddy is zo’n verzamelaar dat hij echt alles heeft bewaard. We moesten uit de collectie een keuze maken. Zo’n tachtigtal outfits, dat was de idee. Maar bij iedere outfit hoorde een verhaal, wat de keuze nog moeilijker maakte. We kozen dus voor wat echt relevant is geweest in Eddy’s carrière, én wat relevant is voor een museum als het onze. De olifantenpijpen uit de jaren zeventig, de plateauschoenen, het geel, oranje en appelgroen van de jaren zeventig, de Dallas-glitter van de jaren tachtig... dat modeverhaal wilden we ook. Uiteindelijk hebben we beslist Eddy’s leven te integreren in de expo, zodat we de levende legende die hij toch wel is, via zijn kleding aan het publiek kunnen tonen. Een kostuummuseum is immers erg stijf als uitgangspunt, wij willen er extra leven in krijgen. Vandaar expo’s als deze. Neen, we hebben er erg veel plezier aan beleefd. En we wilden dit even graag als Eddy.”

Eddy02.jpg

 

Hij wil wel een eigen museum. Net als Elvis, of Liberace, nog zo’n meneer waar Eddy Wally naar opkijkt. “Ik ben in zijn museum geweest in Californië. Prachtig, al die piano’s.” In elk geval geniet hij van het succes dat hij vandaag nog heeft. Eddy herinnert me aan de house-versie van Chérie waarmee hij weer eens in de hitparade belandde, dertig jaar na datum, een nummer dat hij zelfs in de nieuwe versie gezongen heeft in het Spaans en het Engels. Hij herinnert me ook aan het tv-programma Lava, met “Wendytje” en Kama, “een zeer goeie vriend van me”, een uitzending die hem erg bekend heeft gemaakt in Nederland. En dan heeft hij het nog niet eens over zijn vele optredens voor de jeugd gehad. Op de Gentse Feesten voor zevenduizend man, in Oostende, in Brugge, in Leuven. Gewéldig. “Momenteel zing ik ontzettend veel in Nederland. Mijn shows lokken er volle zalen. Onlangs trad ik op in Walibi. Mensen stonden er te wachten op mij. Tientallen boeketten kreeg ik naar me toe gegooid. En ik ben wel vier keer voor een reprise teruggekeerd. Volgend jaar doe ik het daar nog een keertje over. Voor een nog grotere tent. Voor twintigduizend man.” (Lacht)

 

Het was als kind al zijn grote droom om te zingen. Vader was amper 49 jaar geworden. Moeder bleef achter met drie kinderen. Het was oorlog. En Eddy zong de liedjes van crooners als Luis Mariano, Tante Leen en Johny Jordaen. Eddy nam deel aan crochet-zangwedstrijden en ging steevast naar huis met de eerste prijs - een hesp, een koffiemolen. Hij werkte in de fabriek, maar stond te zingen tussen de weefgetouwen. En toen ‘s middags iedereen de boterhammen bovenhaalde, zorgde hij voor gepaste achtergrondmuziek. Tot hij Mariëtte leerde kennen, trouwde en via zijn schoonma in de marktkramersbusiness terecht kwam. Intussen had ook Johny Hoes hem ontdekt tijdens een show in Weert. Hoes noemde Eddy de tweede Tino Rossi. Zijn stem was zo apart. “Ach, op de markt was ik een folkloristisch figuur, ook omdat ik er zo vaak zong. Maar ik heb overal altijd gezongen. Live. Puur natuur. Het liefst met een orkest en met mijn familie aan mijn zij.”

 

Eddy03.jpg

Van bij het begin keek Eddy, maar vooral zijn vrouw Mariëtte, nauwlettend toe op de look van de zanger. Hij herinnert zich zijn eerste kostuum. “Een witte jas, een witte broek en een wit hemd, maar telkens met blauw afgebiesd. Weet je, mensen hebben daar altijd oog voor gehad. Ik wou van bij het begin perfect gekleed op dat podium staan. Waren de danseressen in het purper, dan droeg ik een purperen kostuum, met de gepaste schoenen en een hoed à la Clark Gable, you know. Omdat dat erbij hoorde, begrijp je. Eddy Wally zou nooit in jeans kunnen optreden. Dat deden ook Elvis, Liberace, of Luis Mariano niet. Nee, net als ik veranderden die drie à vier keer per optreden van kostuum. Dat hoort bij de job. Weet je, in ‘73 heb ik de kans gehad de costumier van Elvis in Californië te ontmoeten. Waaw, heeft dat indruk op me gemaakt. Die man heeft kostuums mogen ontwerpen die fortuinen kostten. Jasjes en pakken waar goud of kristal op aan gebracht was. Capes met brokaat of met goud. Ongelooflijk. Zo’n dure pakken heb ik nooit gedragen, maar de mijne waren ook de moeite. Ik kan op mijn collectie onmogelijk een prijs plakken. Het hangt er ook van af waar de kostuums vandaan komen. Hebben we ze op maat laten maken of helemaal klaar om dragen gekocht? Groot verschil. (Denkt even na) Ofwel kies ik zelf ofwel kiest mijn vrouw. Ze brengt wel vaker stoffen mee waarmee onze kleermaker hier dan een kostuum realiseert of een bijzonder hemd, of een cape. Zo heeft ze uit Gran Canaria een pracht van een stof meegebracht. En ze is eens met drie valiezen vertrokken naar de Verenigde Staten en met tien teruggekeerd. Ze kent mijn stijl. En hoe mooier ik me kleed, hoe liever ze het heeft. Ook de fans trouwens. (Lacht breeduit) Ik krijg ook veel geschenken, maar ik blijf ook veel kopen. Toen ik eind jaren zeventig op toernee was langs Moskou, Leningrad en Kiev, heb ik ook daar van alles gekocht. Toen ik voor het eerst in China was, in ‘64, hebben ze me daar meteen een kostuum op maat gemaakt. Als geschenk. Ik keer dus altijd wel met veel meer bagage terug... ”

Eddy01.jpg

Volgens Eddy komt het element show in de business terug. Dat zie je op televisie. Dat merk je aan de kleding. Aan het belang van retro op de radio. Hij heeft het over een heimwee naar die tijd die allicht veel mensen met hem delen. Bovendien houden mensen van die droom. “Ach, de mooie shows op de BRT, met prachtige outfits. Zo’n dingen moeten ook vandaag nog kunnen. Ik heb in mijn leven veel prachtige shows gedaan. Maar ik zeg er direct bij dat ik evenveel geniet van optredens in kleine cafés of bistro’s waar een honderd man zit, of van radio-uitzendingen. De tijd van ‘Onvergetelijk’, het radio-programma op BRT 2 Oost-Vlaanderen, zal ik nooit vergeten. Ik ben altijd positief denkend geweest en ik mag gerust zeggen dat ik nog nooit tegen mijn zin naar een optreden ben gereden. Zelfs al had ik een hele dag op de markt gestaan en wist ik dat ik na een zware nacht ‘s ochtends vroeg weer naar de markt moest. Geef mij een goeie micro en een goeie installatie en ik ben vertrokken. En... ik heb nog nooit meegemaakt dat iemand mij met een lang gezicht heeft uitbetaald.”

 

Of hij vandaag de dag nog veel optreedt? Blijkbaar een verkeerde vraag, want tijdens het openingsweekend van zijn expo, is hij maar liefst vier keer opgetreden. Volgende maand trekt hij zelfs weer naar de Costa Brava om er in het Gran Palace het beste van zichzelf te geven. Er zijn een zestiental tv-shows gepland in Parijs en Londen. En volgend jaar staat hij in Venetië... “Ik heb nog erg veel plannen. En dromen. Ik zou met Mireille Mathieu een duet willen opnemen. Ik heb het haar nog niet gevraagd maar ze heeft onlangs een duet met Tino Rossi gezongen, dus... Bovendien wordt mijn kleinkind straks vijftien. Ze heeft een prachtstem. En je moet haar zien dansen. Waaw!”

 

Thanks to Kenneth Ramaekers, the current director/curator of the ModeMuseum in Hasselt for scanning some old pictures of the 1999 exhibition.